De Spermbot

Veel koppels hebben moeite met het krijgen van kinderen. Dit kan liggen aan de onvruchtbaarheid van de man of vrouw. Nu zijn er al veel technieken, zoals in-vitro fertilisatie en kunst inseminatie, die dit probleem verhelpen. Het probleem met de huidige technieken is dat het duur is en de effectiviteit laag is. Zeker nu men een kinderwens heeft op latere leeftijd, wordt de kwaliteit van het zaad van de man slechter en zo ook de mobiliteit van het sperma.

Onderzoekers van het Duitse instituut voor integratieve nanosciences zijn bezig met de ontwikkeling van een robot, de spermbot, die zich magnetisch om een individuele spermacel bindt. Vervolgens kan de robot worden aangestuurd door onderzoekers en kan de robot de spermacel sturen naar de eicel.  Dit zorgt voor een hogere effectiviteit in vergelijking met de huidige technieken.

Hoe werkt het?

Sperma wordt gecoat met metalen polymeren in helix vorm. Dit past precies om de staart van de spermacel. Vervolgens kan het sperma worden bestuurd met een roterend magnetisch veld, die de beweging van het sperma controleert door de richting van het magnetisch veld te veranderen. Het zorgt voor rotering als een soort motortje. Het proces kan plaatsvinden in een petri-schaaltje (in-vitro) of in de betreffende vrouw zelf terwijl ze in een MRI-apparaat ligt (in vivo). Zodra het sperma de eicel heeft bereikt, wordt of de robot via het magnetisch veld het lichaam uit gestuurd of de materialen worden afgebroken en geabsorbeerd door het lichaam.

Ontwikkeling

De in vivo uitvoering is nog in ontwikkeling en wordt nog niet getest op mensen. Dit komt omdat het technisch nog niet mogelijk is om te zien hoe de spermbot zou bewegen in het menselijk lichaam. Bovendien is het effect op het lichaam van de vrouw ook nog niet bekend. Er is namelijk een grote kans dat het immuunsysteem van de vrouw de spermbot als lichaamsvreemd beschouwd en direct afstoot.  Door gebrek aan een oplossing hiervoor zou het momenteel slechts toepasbaar zijn in vitro. Het streven is echter in vivo.

Sciencealert, RT.